E-klas: Meten aan Melkwegstelsels
Al eeuwenlang stellen wetenschappers zich vragen over het heelal. Draait de Zon om de Aarde, of is het andersom? Het blijkt dat de beschrijvingen die Kepler omstreeks 1600 maakte voor de beweging van planeten in een baan om de Zon ook algemeen te gebruiken zijn voor relatief lichte lichamen die om relatief zware lichamendraaien.
In het midden van het Melkwegstelsel wordt iets bijzonders waargenomen. In een donker gedeelte is een zeer sterke bron van radiogolven aanwezig, waar sterren met grote snelheid omheen cirkelen. Hoewel het trekken van conclusies uit dit soort waarnemingen in detail heel ingewikkeld is, is het wel mogelijk om het (in grote lijnen) zelf te doen.
In deze module gaan leerlingen berekenen dat er in het midden van onze Melkweg, hoogstwaarschijnlijk, een zwart gat zit. Ze doen dat met de door telescopen vastgelegde waarnemingen van de beweging van een ster. Met de formules van Kepler tonen ze aan dat er een grote massa in het centrum van de Melkweg is. Omdat we kunnen zien dat daar geen heldere lichtbron is, kan deze massa niet in de vorm van een ster aanwezig zijn.