Het onderwijs van biologiedocent Janny de Wit op 1,5 meter afstand

Sinds 1 maart mogen alle leerlingen weer naar school, mits zij 1,5 meter afstand tot elkaar en de docent houden. Maar hoe pak je dit dan aan? In dit artikel vertelt Janny de Wit, biologiedocent op het Tabor College Werenfridus, over haar ervaringen.

“Op onze school is ervoor gekozen om alle leerlingen elke dag naar school te laten komen. De eindexamenleerlingen komen allemaal tegelijkertijd naar school en de andere leerlingen komen ’s morgens óf ’s middags naar school. Voor iedereen geldt een 40-minutenrooster: in de ochtend vier lessen achter elkaar zonder pauze, dan 110 minuten pauze en vervolgens in de middag weer vier lessen achter elkaar zonder pauze. De leerlingen hebben een vast klaslokaal en de docenten ‘reizen’ rond.

In het begin gaven we de 6 vwo eindexamenleerlingen les in twee leslokalen. Deze lokalen stonden dan met elkaar in verbinding via Google Meet en smartboards. Later vonden de lessen met de hele klas plaats in de sportzaal. De eindexamenleerlingen hadden in januari de theorie al afgerond. Tijdens de lessen herhaalden we de stof met activerende werkvormen en practica.

De andere leerlingen krijgen dus les in kleinere groepen. Daardoor gaat het fysiek lesgeven in de klas bíjna prima, want die 1,5 m is toch een barrière. De interactie helpt de leerlingen in hun leerproces. De groep thuis werkt zelf door met óf een aparte opdracht óf de opdrachten in het boek. De consequentie is wel dat je minder snel door de stof gaat.

Kleinere klassen op school vind ik het beste werken: er is veel meer aandacht per leerling, waardoor ik sommige leerlingen beter in beeld kreeg. Hybride lesgeven blijf ik een mindere optie vinden, want de aandacht die je moet besteden aan de leerlingen die voor je zitten en de leerlingen die thuis aan het beeldscherm gekluisterd zijn, is heel verschillend van aard. Daartussen steeds switchen is lastig. Ook gaan activerende werkvormen en uitwisseling tussen klasgenoten lastiger, waardoor het meer klassikaal lesgeven wordt.

De leerlingen zijn het liefst op school. Ze voelen de aandacht, maar het allerbelangrijkste voor hen is de ontmoeting met klasgenoten. Tijdens de periode dat alleen de examenleerlingen naar school mochten komen, heb ik mijn mentorleerlingen uit 2 vwo aangemoedigd duo’s te vormen: ga twee dagen in de week bij elkaar op bezoek, volg met je eigen iPad en koptelefoon de online lessen en maak samen huiswerk. Ook gaf ik ze de tip dat ze met elkaar konden beeldbellen; kleine dingen waar ze soms zelf niet opkomen.

Nu aan het einde van het schooljaar maak ik per leerjaar de balans op en heb ik de neiging hoofdstukken af te ronden. Daarin ben ik niet de enige docent en zo ontstaat er voor leerlingen een enorme werkdruk. En ook voor jezelf als docent, want als je leerlingen iets opdraagt roept dat ook verplichtingen van jezelf jegens hen op (bijvoorbeeld: huiswerk inleveren betekent dat je hun huiswerk aandacht geeft.) Het is dus een kwestie van afschalen: Wat is noodzakelijk? Kan het ook op andere manier?”

Janny de Wit is al bijna vijftien jaar werkzaam op het Tabor College Werenfridus als biologiedocent. Ze is een groot fan van planten, daarom heeft ze Tuinbouwplantenteelt in combinatie met o.a. Plantenfysiologie gestudeerd en heeft ze een uitgebreide sier- en moestuin. Na verschillende beroepen heeft ze 25 jaar na aanvang van haar studie haar onderwijsbevoegdheid gehaald. In het onderwijs kan ze haar creativiteit ontplooien en is daar helemaal op haar plek.

 

02-jun-2021