Regionale VO-HO netwerken spelen een significante rol in de toename van het aantal havo/vwo-leerlingen met een N-profiel dat doorstroomt naar het bètatechnisch hoger onderwijs. Dat blijkt uit de publicatie ‘Doorlopend leren van VO tot HO. Ruim tien jaar regionale VO-HO netwerken: ervaringen, opbrengsten en blik op de toekomst.’ Op 23 maart boden de Regionale VO-HO netwerken, waar Bètapartners er één van is, het rapport op het Ministerie OCW aan in bijzijn van de koepelorganisaties (VO-raad, VSNU en de VH).
Stevigste
De publicatie geeft een beeld van alle VO-HO netwerken in het land en de waardevolle educatieve infrastructuur die daarmee is gecreëerd. Inmiddels is 60% van de scholen aangesloten bij een VO-HO (bèta)netwerk, en wordt er gewerkt aan de uitbreiding naar alfa en gamma. Een mooie opsteker voor Bètapartners: uit onderzoek dat op 30 maart werd gepresenteerd tijdens de landelijke conferentie van VO-HO netwerken kwam Bètapartners als het stevigste VO-HO netwerk uit de bus!
Vertaalslag van beleid naar praktijk
VO-HO netwerken zijn een belangrijke speler in de vertaalslag van beleid naar praktijk. Agnes Kemperman, programmamanager van Bètapartners en voorzitter van de landelijke raad VO-HO netwerken: ‘De publicatie laat zien hoeveel mooie dingen er gebeuren: voor leerlingen, die zich beter kunnen oriënteren op hun toekomstige studie, voor leraren, die met elkaar en samen met wetenschappers hun vak vernieuwen, en voor universiteiten en hogescholen, die de beste aansluiting met hun omgeving willen realiseren.’